Gitaarbouw Jo Meesen
Gitaarbouwclub



 




Klassieke gitaren

De belangrijkste factor die de klank van de gitaar bepaalt is het bovenblad dat wordt vervaardigd van de houtsoorten fichte of ceder. Bij het bouwen van een klassieke gitaar ga ik uit van het concept van Antonio de Torres. Al in de 19 de eeuw ontwikkelde deze befaamde Spaanse gitaarbouwer een concept dat ook nu nog door de meeste gitaarbouwers wordt toegepast. Hierbij worden onder het bovenblad in een waaiervorm zangbalkjes aangebracht. Met een variant op dat concept probeer ik de klankkleuren te sturen in een door mij gekozen richting. Vaak wordt gedacht dat alle klassieke gitaren op elkaar lijken. Dat is maar schijn. De gitaren kunnen onderling enorm verschillen. Denk daarbij vooral aan klank, bespeelbaarheid en stabiliteit. Bij het bouwen kan met deze persoonlijke voorkeuren rekening worden gehouden.

Meestal kies ik voor de klankkast voor Indisch palissander, ceder voor de hals en ebben voor de toets.

Alle houten onderdelen worden uit massieve delen vervaardigd. Zo ook het rozet. Het rozet heeft een tweetal functies. Het verstevigt het gebied van het bovenblad rondom het klankgat. Tegelijkertijd verfraait het rozet de gitaar met zijn vaak prachtige mozaïek waarin, bij het rozet op de foto rechts, meer dan 6000 houten blokjes zijn verwerkt.

De gitaren werk ik af met schellakpolitoer. In tegenstelling tot lakken breng je met politoer een flinterdunne laag op de gitaar aan. De dunne politoerlaag geeft het bovenblad optimale bewegingsvrijheid om de trilling van de snaren op te nemen. Politoeren is een arbeidsintensieve bewerking die geheel met de hand wordt gedaan. Het hele politoerproces neemt zo'n 35 tot 40 uur in beslag. Over het, geheel met de hand, bouwen van een klassiek gitaar doe ik ongeveer 150 uur.